Om een levensbeschrijving te geven van een kind is niet gemakkelijk. Maar toch wil ik als vader van ons aller lieveling Fransje, ook namens zijn grootouders, ooms en tante enkele dingen uit zijn leven memoreren. In juni 1941 werd hij geboren en groeide op als een gezonde jongen, altijd opgeruimd. Met zijn mooie blonde krullen was hij de lieveling van de buurtbewoners. Toen de beschieting van de stad begon heeft hij steeds in den kelder vertoefd. Maar niet zonder zijn bus granaatscherven, die hij had gezocht om mee te spelen. Op een avond, dat de stad onder vuur lag begonnen de menschen hardop te bidden, toen maakte hij pruilend de opmerking: "Schei toch uit met zingen", waarmede wij met al onze angst toch nog moesten lachen. Na de bevrijding hebben wij er nog dikwijls om gelachen. Wij waren allen nog over, ook Fransje. Toen die noodlottige 17 februari, werd hij zittende voor het raam, door een Duitsche granaat doodelijk getroffen. Hij was in het oorlogsgeweld geboren, maar ook gestorven. Maar steeds zal Fransje met zijn blonde krullen in onze gedachten blijven, voor 't leven. |
René Kok, 'Wegens bijzondere omstandigheden...' : 's-Hertogenbosch in bezettingstijd 1940-1944 (2008) 382-383